Het was prachtig weer op de dag waarop ik ter wereld kwam. Zowel in het Nederlandse dorpje Willemstad in Noord-Brabant, dat op mijn verlanglijstje staat van ooit te ontdekken plekjes, als in Willemstad te Curaçao, de geboorteplaats die ik op m’n duimpje ken. Dus hoewel het in het meest westelijke deel van ons koninkrijk onzinnig is om van een zomerbaby te spreken, kan ik ook bezien vanuit het perspectief aan deze kant van de Atlantische Oceaan met een gerust hart stellen dat ik een zonnige start had. En daar hebben we dan meteen een kenmerk te pakken: ik ben Curaçaos van hart en Hollands in m’n botten. Spreek Papiaments en Nederlands. Eet net zo lief stamppot als funchi, zolang het maar vegan is.
Vooruitspoelend naar de steekwoorden die omschrijven wie ik verder nog ben geworden sinds die mooie juni-zondag in 1973: zorgzaam voor geliefden en bezorgd om de wereld, stad en natuur, bedachtzaam en spontaan tegelijk, ontzag voor de grootsheid van het bestaan en liefde voor de kleine dingen die het ‘m doen. Schrijven en praten, werk en bankhangen. Moederend over twee toffe pubers en soms per ongeluk ook over m’n best wel toffe liefde.
Wil je meer lezen over wat ik allemaal doe en gedaan heb, dan moet je even door naar Wat doet Milouska. Doe dat sowieso maar even.